Op 29 augustus 2020 17:55:38 schreef big_fat_mama:
@evelo:
* voor uw eerdere bericht mijn hartelijke dank, ik keek er naar uit. Maar het is me niet duidelijk hoe dat zit met die drie metodes: zijn die alle drie bruikbaar voor een keuring, m.a.w. mag/kan/zal een keurder ze alledrie toepassen, alnaargelang noodzaak of voorkeur?
* voor uw laatse "Meerdere aardingen moeten trouwens ook altijd met elkaar verbonden zijn binnen een zelfde elektrische installatie" : ik heb me ooit verloren gezocht in het kantoorgebouw van een bekend ladderhandelaar in Aartselaar Het was in de tijd van de karakterterminals met RS-232, eentje ging maar steeds kapot, altijd weer de RS232-drivers eruit hetzij in de terminal hetzij aan de andere kant, in de server. Nu wisten we wel dat correcte aarding op pen 1 van de DB25 belangrijk was, en daar was ook op gelet. Na veel vragen en onderzoeken bleek deze ene terminal gevoed te worden uit een rood stopcontact, en de rode stopcontacten waren ooit geplaatst op aanbeveling van IBM, wellicht stond er ooit een S38 of zo. En de rode stopcontacten hadden een eigen aardnet, dat zeer bewust NIET verbonden was met de andere aardingen... want zo schreef IBM het voor. Zoals zo vaak gebeurt was de oplossing eenvoudig, toen eenmaal de diagnose gesteld was.
* "een aardingspin in de woning en dan nog eentje in een tuinhuis 50m verder is niet toegelaten als die niet met elkaar verbonden zijn met een geel/groene geleider." Ja, zeker. Dient daar niet bij gesteld "een geel-groene geleider van voldoende diameter" en is die voldoende diameter niet minstens dezelfde als die van de beschermde voedingskabel? Zijn er geen omstandigheden waar het zelfs een maatje meer moet zijn, bv. voeding 2,5 carré => aarding 4 carré?
Als we het even bij huishoudelijke installaties houden:
In 99% van de gevallen meet ik met de aardingsscheider open en met de twee hulpmeetpinnen van het meettoestel.
Dat is de meest zekere methode.
De eerste methode is soms nogal moeilijk. Bijvoorbeeld in een appartementsgebouw in een stadscentrum waar de aardingsscheider in de kelder zit.
Dan probeer ik met de seriemeting op voorwaarde dat die een realistische waarde aangeeft; geen 0,3ohm of zo.
Inderdaad diameter beschermingsgeleider minstens gelijk aan die van de voedingsgeleiders. In huishoudelijke installaties heb ik geen weet van het toepassen van dikkere beschermingsgeleiders. Behalve dan misschien de hoofdequipotentiale verbindingen in minstens 6mm².
@evarist
Je kan de positie van de aardingspinnen op je situatieplan zetten.
Aardmatten zijn niet gebruikelijk in woningen, ook moeilijk te controleren als ze in de grond zitten.