De impedantie van de lijnen had ik inderdaad al gegeven, althans, de orde van grootte: Z ≈ 120 ln (2D/d). Dat komt neer op 840 ohm voor 2,5 mm2 draden 1 m uit elkaar; meer voor dunnere draad.
Voor mij en de andere hoogfrequent-enthousiasten is dit gesneden koek, ben ik bang. Werken we immers niet allemaal met transmissielijnen?
Als de zender aan gaat, gaat er onmiddellijk stroom lopen in de coaxconnector - zowel binnenader als buitenmantel. Dat kun je gewoon meten. We hoeven echt niet te wachten tot de stroom naar buiten, door de tuin, omhoog in de mast, door de antenne, omlaag door de mast, weer door de tuin, naar binnen en weer bij de zender is.
Ook iedereen die wel eens met een TDR (time domain reflectometer) heeft gespeeld - en dat kan best gewoon een scoop plus een blokgolf van 1 kHz en een coax T-stukje geweest zijn - weet hoe het werkt.
Dat de energie door de ruimte tussen en om de draden gaat, is al heel eenvoudig aan te tonen: vervang de lucht maar eens door kunststof. De eerste flits van de lamp zal feller zijn, doordat de karakteristieke impedantie van de lijn door de kunststof opvulling van de ruimte tussen en om de draden veel lager wordt.
Het is niet anders als met een golfpijp, waar de energie ook door de ruimte (in de pijp) loopt. De koperen wanden moeten er zijn, maar de energie zit (voor het aller-allergrootste gedeelte) in de ruimte ertussen.
Met een spreekbuis (brug-machinekamer) heb je bijna hetzelfde voor geluid. De pijp moet er zijn, anders werkt het niet; maar het geluid gaat door de lucht in de pijp, en niet door de wand van de pijp.
e: Hé, nog wat interessants:
Op 27 november 2021 20:34:49 schreef ohm pi:
[...] In werkelijkheid raak je bij inschakelen 'nogal watt' energie kwijt naar het heelal.
De lijn straalt relatief maar heel weinig; daarom zijn 'kippenladders' ook zo efficiënt.
Een hele meter is natuurlijk wel meer dan gebruikelijk.
Gek genoeg is de efficiency als 'straler' van een tweedraadslijn nagenoeg onafhankelijk van zijn lengte, en zo goed als gelijk aan een dipool die even lang is als de afstand tussen de draden van de tweedraadslijn. In het hypothetische geval van het filmpje dus een dipool van 1 m lang (2x 0,5 m). Op de lagere frequenties waarin we geïnteresseerd zijn raak je bijna niets kwijt.
Dat geldt zelfs nog steeds voor de bekende hoogspanningslijnen, met hun nog veel grotere afstanden tussen de draden; ook die stralen praktisch niets uit van het vervoerde vermogen.
[Bericht gewijzigd door
Frederick E. Terman
op zaterdag 27 november 2021 21:01:30
(22%)