Ik begin te betwijfelen dat bij het D050-10 ontwerp geen uitslingeren zou moeten optreden. Ik heb theoretisch naar de stabiliteit in het s-domein gekeken door alleen de hoofdbestanddelen in de regellus mee te nemen, en die ook nog in vereenvoudigde vorm. Dit zowel door nulpunten van de karakteristieke functie te bereken als door simulatie met gnucap.
De hoofdbestanddelen zijn
1) verschilversterker T11-T12. Opgevat als transductieversterker met overdracht 0.01 A/V. Dit omdat de stromen ongeveer 0.35 mA en 1.65 mA zijn. Zou afhankelijk van de transistoreigenschappen (de factor voor 27 mV) ook wel kleiner, tot 0.005, kunnen zijn.
2) filter C9 (1 nF) naar Vout. Parallel aan R17 (100 kΩ) en aan de collectorweerstand van T11, samen geschat op 40 kΩ.
3) "Darlington" keten T8-T15. Versterking (naar emitter eindtrap) 1 genomen. Is wel wat kleiner maar kan (indien reëel) in punt 1) verrekend worden.
4) serieweerstand (0.1+0.1) Ω is ook inductief. 0.2 Ω + 1.2 uH genomen.
5) uitgangselco, 1000 uF + 20 mΩ genomen. In werkelijkheid is de serieweerstand ongeveer 40 mΩ maar 20 mΩ maakt het plaatje (verderop) wat duidelijker.
De karakteristieke vergelijking is nu (als tijd uitgedrukt wordt in us):
960s³ + 200 s² + 165.2s + 8.02 = 0
met oplossingen
s = -0.079 +/- j0.397 en s = -0.051 met eenheid Ms-1.
De toegevoegd-complexe wortels geven een uitslingering met ω = 0.397 MHz ofwel f = 63 kHz, periode zowat 16 us. Demping volgens Exp(-0.079*t) met t in us, dat is een factor 0.28 over 1 periode.
Bij mijn D050-10 is de periode meer in de buurt van 20 us.
Onderstaand plaatje laat het simulatieresultaat zien waarbij de uitgang afwisselend 100 us wel/niet met 1 A belast wordt. Ik heb me alleen vergist in de stroomrichting. Daardoor wordt 1 A toegevoerd aan de uitgang in plaats van afgenomen. Maakt verder niet uit natuurlijk. En ik heb de 40 kΩ naar de min gelegd in plaats van naar Vout; maakt ook niet echt uit. Te tijdrovend om het weer opnieuw te doen.

Heeft iemand wel eens metingen gedaan van de step response van de D050-10?
Albert
Edit:
Intussen heb ik contact opgenomen met de heer Peter Strayer van Delta Support. Zijn commentaar komt hier op neer:
- de S+ moet hoe dan ook aangesloten zijn, hetzij direct op de voeding, hetzij met inductiearme verbinding op de belasting. (Zal net zo voor S- gelden).
- het recovery gedrag is een compromis tussen snelheid van herstel en het optreden van overshoot en uitslingering. Een bijgeleverd plaatje laat ook uitslingering zien.
- zo'n oude voeding moet je niet willen vergelijken met een moderne schakelvoeding.
Dit is voor mij genoeg reden om er (eindelijk) een punt achter te zetten. Ik zal deze voeding trouwens waarschijnlijk alleen gebruiken voor zeer grof werk, zoals even een accu vervangen.
Nieuwsgierig geworden heb ik ook eens het recovery gedag van mijn E018-0.6D bekeken. Schakelend tussen 0.075 A en 0.575 A bij 6 V. Inderdaad wel een heel verschil met de D050-10! De spanningsprong is 20 mV, overeenkomend met 40 mΩ, is nog wel hetzelfde. Maar de hersteltijd is zeer kort, 10 us of zo, en er is vrijwel geen overshoot zichtbaar laat staan uitslingering. Mooi spul van Delta. Ik heb er nooit in gekeken, maar ik vermoed gezien de herkomst dat hij nooit gerepareerd is of anders in elk geval professioneel.
[Bericht gewijzigd door
aobp11
op 8 februari 2017 21:27:35
(22%)